Een liturgie zo oud en altijd nieuw: enkele bedenkingen bij het recente motu proprio

Opiniestuk in Tertio van 11 augustus 2021

Het hing al een tijdje in de lucht, maar op 16 juli publiceerde de paus het motu proprio Traditionis custodes. Met onmiddellijke ingang beperkt het drastisch de mogelijkheid om de liturgie in de buitengewone vorm (de ‘Tridentijnse’ of ‘traditionele’ latijnse liturgie) te vieren. Dat kan voortaan enkel nog mits toestemming van de bisschop, niet in de parochiekerk, enkel op beperkte dagen, nieuwe priesters moeten zelfs eerst toestemming krijgen van Rome, enz. Daarmee wordt vooral ook een einde gemaakt aan het motu proprio Summorum Pontificum van Benedictus XVI van 7 juli 2007 waarmee net iedere priester of groep gelovigen het recht had om de mis volgens die oude liturgie bij te wonen.

In de begeleidende brief maakt de paus expliciet duidelijk dat het de bedoeling is om die liturgie op termijn volledig te doen verdwijnen. De argumentatie om de maatregelen van zijn voorgangers terug te draaien stelt dat die liturgie geïnstrumentaliseerd wordt om verschillen en breuken binnen de Kerk te benadrukken en te vergroten. In het bijzonder wijst hij daarbij op de tendens om met die oude liturgie ook Vaticanum II te bekritiseren en een terugkeer naar een oude, ware Kerk te bepleiten, waarmee de eenheid van de Kerk wordt bedreigd.

De reacties lieten niet lang op zich wachten, wereldwijd is er een stroom aan artikelen en initiatieven ontstaan waaruit ontgoocheling, onbegrip, woede en verbazing blijkt. Al enkele dagen voor de publicatie stuurde de Guinese kardinaal Sarah, voormalig prefect van de Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, enkele tweets uit ter ondersteuning van de liturgische diversiteit van Summorum Pontificum. De Duitse kardinaal Müller, voormalig prefect van de congregatie voor de geloofsleer, reageerde eveneens erg kritisch in een opiniestuk van 19 juli: “In plaats van de geur van de schapen te waarderen, slaat de herder hen hard met zijn staf.” Dat die liturgie in sommige gevallen wordt misbruikt is voor hem geen reden om iedereen die liturgie te ontzeggen. Dichter bij huis reageerde ook bisschop Mutsaert van ‘s Hertogenbosch erg scherp. Die heftige reacties hoeven niet te verbazen. De liturgie is de meest intieme ontmoeting tussen God en de Kerk – bron en hoogtepunt van het christelijk leven, en dus uitermate gevoelig.

Net daarom is het bijzonder vreemd dat een paus die zo sterk inzet op barmhartigheid, dialoog, openheid en ontmoeting nu zo drastisch en controversieel ingrijpt. Natuurlijk kan liturgie misbruikt worden, religie in het algemeen trouwens nog veel meer, maar is dat een reden om iets af te schaffen? Shakespeare merkte in The Merchant of Venice op dat zelfs de duivel de Schrift voor zijn eigen doeleinden kan gebruiken – Jezus werd in de woestijn bekoord met bijbelverzen. Natuurlijk kan de eenheid van de Kerk in het gedrang komen, maar waarom dan wél openheid, dialoog en barmhartigheid voor protestanten, oosters-orthodoxen en moslims – waar de verschillen onnoemelijk veel groter zijn dan de kritieken op Vaticanum II? In 2015 kreeg de paus het niet over zijn lippen om een Lutheraanse vrouw de toegang tot de communie te ontzeggen, en in Amoris Laetitia wordt zelfs een opening gemaakt naar burgerlijk hertrouwd gescheidenen. Waarom dan nu wel aan talloze katholieken drastisch de toegang tot de oude liturgie ontzeggen? Wordt de eenheid in de Kerk echt gediend wanneer wat voor de ene paus heilig is 14 jaar later door een andere paus wordt afgeschaft? Wordt de eenheid van de Kerk gediend wanneer wat in het ene bisdom is toegelaten, in een ander bisdom wordt verboden?

Voor alle duidelijkheid, ik herken mezelf zeker in wat Benedictus XVI destijds beschreef als de jongeren die, wars van enige nostalgie: “deze liturgische vorm hebben ontdekt, haar aantrekkingskracht hebben ervaren, en er een vorm van ontmoeting met het Mysterie van de Heilige Eucharistie in hebben gevonden die hen bijzonder ligt”. Hoewel ik de nieuwe liturgie talloze malen had bijgewoond, was mijn kennismaking als twintiger met de oude liturgie liefde op het eerste zicht. Waarom dat zo was is een goede vraag, maar van de ‘oudere generaties’ kwam er zelden of nooit een welwillende interesse, eerder achterdocht of uitgesproken vijandigheid. De verschillen en breuken waar de paus over spreekt heb ik aan den lijve mogen ondervinden, maar discussies over wie er ooit ‘begonnen’ is horen thuis in een kleuterklas, niet in de Kerk.

Ten gronde is het thema dat zowel deze paus als Vaticanum II aanhalen met betrekking tot de liturgie de ‘aanpassing aan de tijd’. Dat liturgische discussies veel weg hebben van vulkanische explosies heeft dan ook te maken met de platentektoniek van de tijd en haar tergend langzaam verschuivende mens- wereld- en godsbeeld. Die schijnbare traagheid verhult dus enorme spanningen die worden opgebouwd en tot krachtige explosies kunnen leiden. Precies daar moeten we dus luisterbereidheid opbrengen voor wat er zich diep onder de grond, in dat fundamentele mens-, wereld- en godsbeeld afspeelt. Enkel daar kan er begrip worden opgebouwd voor het diepe ‘waarom’ achter die liturgische strijd. Dat is een veel zinvoller én moeizamer karwij dan moord en brand te schreeuwen bij de scheuren en schade die bij een uitbarsting ontstaan – of de vulkaankrater te proberen dichtgieten met beton om die spanningen te doen verdwijnen.

Nochtans is die luisterbereidheid nu meer dan ooit aan de orde. Nieuwe generaties kunnen daarbij des te meer met een nuchtere afstandelijkheid die conciliaire breuklijnen aftasten om na te gaan wat er echt op het spel staat of stond. Hopelijk brengt dit motu proprio net die dialoog op gang, want voorlopig heeft het document de breuken en verschillen binnen de Kerk eerder doen toenemen dan afnemen.

Reacties zijn gesloten.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑